Wortelkanaalbehandeling
Tijdens een halfjaarlijkse controle kan per toeval na een röntgenopname blijken dat de wortelpunt van een tand of kies geïnfecteerd is. De patiënt heeft in dit specifieke geval geen of nauwelijks pijnklachten ondervonden. De tandarts kan dan besluiten een wortelkanaal- of zenuwbehandeling te starten.
Het andere uiterste dat een patiënt met duidelijke pijnklachten de tandarts bezoekt, komt soms ook voor. Als blijkt dat het tandweefsel (zenuw) onomkeerbaar is ontstoken dan is de indicatie wederom een zenuwbehandeling.
Tijdens een wortelkanaalbehandeling verwijdert de tandarts het ontstoken tandweefsel. Ontstoken tandweefsel geneest niet meer. Het is een onomkeerbaar proces. Daarom haalt de tandarts het ontstoken weefsel weg.
De wortelkanaalbehandeling kan uit meerdere deelbehandelingen bestaan. Dit hangt onder andere af van het aantal gevonden kanalen of de mate van ontsteking van een tand. De wortelkanaalbehandeling
gebeurt onder plaatselijke verdoving als het tandweefsel nog (gedeeltelijk) ‘levend’ is. Een verdoving is soms niet nodig als het tandweefsel al is afgestorven.
De tandarts maakt eerst een beginfoto om de anatomie van de tand te bekijken. Daarna maakt de tandarts uw tand of kies open en verwijdert het ontstoken weefsel. Vervolgens reinigt hij het kanaal met kleine vijltjes en spoelt hij het met een desinfecterende spoelvloeistof. Tijdens de behandeling maakt de tandarts een of meer röntgenfoto’s. Zo heeft hij een goede controle over het verloop van de behandeling.
Nadat de kanalen op de juiste lengte en breedte zijn gevijld, worden de kanalen gevuld. Na de wortelkanaal-behandeling maakt uw tandarts uw tand of kies weer dicht met een vulling. Als de kies is verzwakt, kan een kroon nodig zijn. Een tand of kies die op deze wijze is behandeld, kan nog lange tijd mee.
Comments are closed.